Albert Heijn doet in drie AH to go-winkels een experiment: klanten die dat willen kunnen voor hun kopje koffie de ‘echte prijs’ betalen. In die echte prijs is een bedrag opgenomen voor de schade die door de productie aan het milieu is toegebracht en is een hogere vergoeding berekend voor de nu onderbetaalde arbeid.
Een mooi idee? – Maar waarom zou AH alleen op de kleintjes letten?

Samen met True Price, dat een rekenmethode heeft ontwikkeld om verborgen kosten te kunnen berekenen, heeft AH de prijzen van de meeneemkoffie onder de loep genomen. De ‘echte prijs’ van een kopje koffie is € 2,08, acht cent meer dan de gewone prijs. Een kopje espresso kost 6 cent meer dan gewoonlijk, een koffie verkeerd met havermelk 36 cent.

Het is ook dringend nodig dat producten gaan kosten wat ze moeten kosten: degenen die meewerken aan een product moeten een fatsoenlijk inkomen ontvangen. En schade aan het milieu moet worden voorkomen, en als dat niet mogelijk is worden gecompenseerd.

Maar AH lijkt wel zó gericht op de kleintjes, dat de grote stappen uit beeld blijven. In 2022 realiseerde Ahold een winst van 3,7 miljard, op een omzet van 87 miljard. – Hoe verhoudt die winst zich tot de échte prijs’?

Een wonderlijk proces: prijsvorming. Aan de ene kant: de prijs drukken door onderbetaling van arbeid en milieuschadelijke productie. Aan de andere kant: de prijs verhogen ten behoeve van de belangen van de aandeelhouders.

Gas geven met de rem erop.

Wanneer AH de zaken eens vanuit een groot perspectief zou willen bekijken: op sleipnir.nl is te zien hoe het anders kan.