“Kijkt u eens onbevangen naar de verschrikkelijke gedachteloosheid, de grenzeloze oppervlakkigheid waaruit zich de treurige verhoudingen hebben ontwikkeld zoals die nu heersen.
(…) Aan de ene kant wordt het aantal mensen die in de oppervlakkige verwarring geen idee meer hebben waarover zij praten steeds talrijker.
(…) Aan de andere kant zijn er steeds meer mensen die in troebel water willen vissen, die de verwarring aangrijpen om alles wat zij willen in te fluisteren, want bij mensen in verwarring kan men alle mogelijke impulsen inplanten. Onder degenen die in verbinding staan met de aardse verwarring, bevinden zich ook de geesten van het bedrog, de ahrimanische geesten. Het is mogelijk het tegendeel van wat verstandig is, het tegendeel van het gezonde bij de mensen in te fluisteren, wanneer men op hun verwarring inspeelt.”
(Rudolf Steiner, vrdr 5 april 1919, GA 190 – vertaling jh)