orgaan

De staat meent, zie Donorschap tenzij, over onze organen te mogen beschikken, mits wij voorbij het punt zijn dat de wetenschap als sterfmoment heeft gekozen en mits wij niet zelf anders hebben bepaald. Wie zwijgt stemt toe, dat is de onderliggende gedachte. Waarom? Omdat er mensenlevens gered kunnen worden wanneer er meer donororganen beschikbaar zouden zijn.
Er is niets op tegen dat mensenlevens gered worden, integendeel. Of dat echter mag met inzet van donororganen die zonder uitdrukkelijke toestemming van de donor zijn verworven, daarover hebben we het hierboven gehad.

Je vraagt je desondanks af hoe de wetgever tot de gedachte komt om het menselijk lichaam onder zijn beschikking te nemen, om het vervolgens open te snijden en van zijn organen te ontdoen.
Anderen hebben veel belang bij die organen!
Ja, dat is zo…

Anderen, waaronder u en ik, hebben ook veel belang bij het beëindigen van armoede, van uitbuiting, van de ongelijke verdeling van welvaart en ontwikkelingskansen en van de vernietiging van het milieu. Hoeveel mensenlevens en mensenleed zijn hiermee niet gemoeid? Zou de wetgever dáár eens naar kunnen kijken?

In een maatschappelijk klimaat waarin een parlementaire meerderheid van oordeel is dat de integriteit van de mens ondergeschikt is aan het algemeen nut – te weten: de zorg ten behoeve van de mensen die met een donororgaan geholpen zouden zijn – en waarin dus organen worden genomen van nog levende maar hersendood verklaarde mensen, zal dan toch ook een groot draagvlak zijn voor het benutten van andere zaken ten behoeve van het algemeen nut.
Ik bedoel: wanneer wetgeving het mogelijk maakt dat uw of mijn longen, lever of hart zonder expliciete toestemming voor het algemeen nut worden gebruikt, zullen toch zeker ook zaken als grond of natuurlijke hulpbronnen door middel van wetgeving kunnen worden aangemerkt als zaken die ten behoeve van het algemeen nut dienen te worden benut? Zéker wanneer men zou doorzien hoezeer het feit dat de aarde en haar natuurlijke rijkdom voor privédoeleinden misbruikt worden (privé-eigendom kunnen zijn) wereldwijd catastrofaal uitwerkt. Wie mensenlevens wil redden en menselijk welzijn wil stimuleren, vind geen grotere kans dan rond dít thema.

En hoe eenvoudig is het dan niet om tot wetgeving te komen die bepaalt dat grond en natuurlijke hulpbronnen na het overlijden (het hersendood-criterium laten we maar even achterwege) van degenen die nu (mede-)eigenaar zijn, overgedragen wordt aan kringen van mensen die deze zaken vervolgens – steeds tijdelijk –  in bruikleen geven aan degenen die deze middelen op een bekwame en vruchtbare manier kunnen inzetten ten behoeve van dat algemeen nut?
U of ik en vele anderen zijn nu – via onze spaartegoeden, pensioenopbouw, door het bezit van aandelen, opties en al dergelijke zaken – eigenaar van een deel van de aarde en haar hulpbronnen? Fijn, gefeliciteerd daarmee! Maar de aarde en haar hulpbronnen komen u en mij en niemand niet toe, het gaat niet aan dat zij worden ingezet om privébelang te dienen. Direct na ons overlijden maken we daar een eind aan: dit eigendom wordt direct overgeleid naar kringen van bekwame en terzake kundige mensen, die erop toe zullen zien dat de aarde en haar hulpbronnen op een sociaal en wat betreft duurzaamheid zinvolle manier worden benut door mensen die daarvoor de vaardigheden in huis hebben.

Wie hart heeft voor de toekomst van de aarde, voor de toekomst van de mensheid, gaat er aan bijdragen dat déze wetgeving er komt!
(John Hogervorst)