Duitsland is het toneel van de top van de G8. Het samenzijn van acht regeringsleiders vergt tientallen miljoenen kosten aan beveiliging en de inzet van duizenden die deze veiligheid moeten waar maken. De top trekt ook de aanwezigheid van een bonte stoet van demonstranten, die één ding met elkaar gemeen hebben: zij zouden de wereld graag anders zouden zien dan deze nu is.

In de Verenigde Staten is een handjevol presidentskandidaten al maanden of langer aan de slag om hun imago op te poetsen en, vooral, om hun verkiezingskassen op oorlogssterkte te brengen. Wie de beste gevulde kas heeft, maakt de grootste kans om het ver te schoppen in de verkiezingen. De verkiezingskassen worden voornamelijk gevuld door belangengroeperingen en bedrijven. Hun steun aan de kandidaten (zij hebben er geen problemen mee om meerdere kansrijke kandidaten te bedenken) vormt een investering in de toekomst: zij kopen de welwillendheid van de toekomstige Amerikaanse regering.

(Dat we het overigens kunnen gaan beleven dat, na het presidentschap van de huidige president, zoon van een oud-president, nu mogelijk de vrouw van een oud-president, het tot president gaat schoppen, wordt nauwelijks als opmerkelijk beschouwd, maar is toch niet zonder betekenis. Het is een teken van de verwording van de democratie.)

De huidige ‘gekozenen’ zijn lichtjaren ver verwijderd van hun kiezers. Hun beleid staat in het teken van het behoud van hun positie en van die van hen die hen aan die positie hielpen. Burgers zijn ‘kiezers’ die eens in de zoveel jaar om de tuin geleid moeten worden. Ouderwets gezegd: het gaat gewoon om de macht.

Deze praktijk verdraagt zich slecht met de sociale driegeleding. Die kan namelijk ook beschreven worden als: de sociale ordening die macht uitsluit. In het vrije geestesleven gaat het om gezag en deskundigheid: kwaliteiten die door inspanning ‘eerlijk’ verdiend moeten worden. In het economische leven gaat het om de behoefte van de consument, die zo adequaat mogelijk vervuld moet worden. Machtsklonters die zich opbouwen op basis van eigendom vinden in de associatieve economie geen voedingsbodem. In het rechtsleven heeft ieder mens één stem; en gelden wetten en regels in gelijke gevallen in gelijke mate. Democratie noemen we dat.

We moeten daarom de huidige machthebbers, die op en achter het politieke toneel doende zijn, niet verwarren met democratie – zoals we een appel ook geen peer noemen. Hun verhouding tot de democratie is als die van een wurm tot de appel.

John Hogervorst
(Deze tekst verscheen oorspronkelijk in 2007)