Over een paar uur zal duidelijk zijn voor wie de Amerikaanse kiezer gekozen heeft: Obama of Romney. Daarmee komt ook een einde aan de verkiezingscampagne die, naar men berekende, een kleine 6 miljard dollar heeft gekost.

De campagne, met de betrokkenheid van honderdduizenden vrijwilligers en de duizenden bijeenkomsten die overal plaatsvonden, geeft een vitaal beeld van de Amerikaanse democratie.

Maar als Obama gekozen wordt, is dat met dank aan Microsoft (goed voor 526 miljoen dollar) en Google (526 miljoen), om maar enkele van de grote stakeholders te nomen. Wanneer het de beurt van Romney blijkt te zijn, is dat mede mogelijk gemaakt door Goldman Sachs (891 miljoen), JP Morgan Chase (662 miljoen) en Morgan Stanley (649 miljoen).

Hoe de verkiezingsstrijd ook wordt beslecht: de Amerikaanse president zal dankbaarheid moeten betrachten.

Dat is een goede eigenschap in een mens.
Maar op wie of wat zal deze dankbaarheid zich richten? En hoe wordt deze dankbaarheid uitgedrukt?
Zou de Amerikaanse kiezer zich dáár ook over uit mogen spreken?

De vitaliteit van de Amerikaanse democratie leidt niet vanzelf tot smakelijke vruchten.