Vanavond mochten we er dan getuige van zijn, van het volgens onze premier “historische akkoord” dat de sociale partners presenteerden.

Hoe komt men tot een historisch akkoord?
Men neme de duur van de werkloosheidsuitkering, de bekostiging van die uitkering, het aantal gehandicapten op de werkvloer, voorgenomen bezuinigingen en nog zo wat, men husselt er wat mee en schudt eens wat naar links en naar rechts en hup: daar is uw historisch akkoord.

Sinds vijf jaar is er een crisis gaande die zijn weerga niet kent (een “historische” crisis). Die crisis werd veroorzaakt door de manier waarop we omgaan met kapitaal en omdat we het toestaan dat geld wordt gebruikt om geld mee te verdienen. Deze activiteit is geconcentreerd in het werk van voornamelijk bankiers, investeringsfondsen en verzekeraars.

Het verdienen van geld met geld en de werkwijze van bankiers, investeringsfondsen en verzekeraars zijn de belangrijkste veroorzakers van de crisis.

En wij gaan de crisis bezweren door wat doen met de duur van de werkloosheidsuitkering, het aantal gehandicapten op de werkvloer en nog zo wat.

Het is alsof je een tank probeert tegen te houden met pingpongballetjes.
Alsof je je honger probeert te stillen met luchtbellen.
Alsof je schreeuwt tegen een dove.

Ik voel verdriet om onze premier. Niet in leeftijd, maar op een andere manier is hij namelijk zo jong dat hij de geschiedenis helemaal niet kent. Hij weet nog niet zo goed wat dat is, geschiedenis.
Dan is een akkoord al gauw een historisch akkoord.

Bij een historisch akkoord horen historische woorden. Daar was onze premier zich wél van bewust. Daarom sprak hij aldus:
“Als we zo somber blijven gaat het niet lukken. We moeten het deken van negativisme wegtrekken. Laten we wél die auto kopen, laten we wél dat huis kopen, we moeten een beetje risico nemen en vertrouwen hebben.”

De belangrijkste vraag na dit historische akkoord lijkt dan ook te zijn: liet Mark Rutte zich inspireren door Hendrik Colijn die in 1936, nadat de Duitsers het Rijnland hadden bezet, de Nederlandse bevolking toesprak:

“Daarom maan ik nog eens aan om zich niet te laten verontrusten.”
Hij beëindigde zijn radiorede zo: “Ik verzoek den luisteraars dan ook om wanneer ze straks hunne legersteden opzoeken, even rustig te gaan slapen als ze dat ook andere nachten doen. Er is voorshands nog geen enkele reden om werkelijk ongerust te zijn.”