B5 Steiner 1900“We moeten beweeglijke begrippen hebben maar dat willen de mensen niet, die willen liever vaste begrippen die al van een etiketje voorzien zijn. Zij willen in hun denken niet tot in de werkelijkheid komen. Want als dat niet zo zou zijn, dan zou het niet gebeuren dat de mensen bijvoorbeeld opmerken: ‘de antroposofie bevalt me heel goed maar van die driegeleding wil ik niets weten’. – Wie zo praat, lijkt te bedoelen: ‘het geestelijke, ja, daar interesseer ik mij voor maar het geestelijke mag natuurlijk niet met het politieke te maken hebben; het geestelijke moet volledig onafhankelijk van het politieke zijn’.

Beste vrienden, dat is nou juist wat de driegeleding zou willen bereiken. Maar omdat de werkelijkheid zo is, dat het geestelijke nergens onafhankelijk is, is het een illusie wanneer u meent dat u zich alleen voor het geestelijke kunt interesseren. De driegeleding zal toch eerst het vrije gebied moeten bevechten, waarbinnen men het zich permitteren kan zich niet voor politiek te interesseren, zodat uw abstracte ideaal werkelijkheid kan worden en u zich kunt interesseren voor iets dat volledig onafhankelijk van het politieke is. De driegeleding vecht voor datgene wat de slaperige zielen als vage illusie voor zich zien en waarin zij zich zo prettig zouden voelen. Deze slaperige zielen – die ik maar wat graag eens wakker zou willen porren! – voelen zich zo buitengewoon content in hun innerlijke mystiek, wanneer zij de hele wereld innerlijk opvatten, wanneer zij de god in zichzelf ontdekken en zo zulke volkomen mensen worden! Maar deze innerlijkheid heeft alleen een betekenis wanneer zij in het leven tot uitdrukking komt.

Wat heeft die innerlijkheid voor betekenis wanneer nu, nu alles dringt en de wereld in vlammen staat, de mens niet weet mee te spreken in de openbare aangelegenheden die ons allemaal aangaan! Een mooie belangstelling voor de antroposofie is dat, die zich slechts voor de antroposofie wil interesseren en geen mogelijkheden vindt om mee te spreken in datgene waartoe de antroposofie de mensen wil brengen. (…) Daarom is datgene wat we aantreffen bij de mensen die zich alleen op hun manier voor de antroposofie willen interesseren, antroposofisch gezwets. De werkelijkheid van de antroposofie bestaat slechts in datgene wat in het leven wordt uitgedrukt.”
[Rudolf Steiner, GA 337a, p.159/60]