Wanneer een samenleving grote inkomensongelijkheid kent gaat dat vaak gepaard met  relatief meer criminaliteit, meer zelfmoorden en een mindere kwaliteit van gezondheidszorg en onderwijs.
Ruud Thelosen bespreekt: The Spirit Level: why equality is better for everyone

De auteurs zijn beide hoogleraar aan de universiteit van York en schreven hun boek op basis van tien jaar studie. Wilkinson heeft economische geschiedenis gestudeerd en deed onderzoek naar de invloed van sociale factoren op de gezondheid van de mens. Pickett, zijn levenspartner, heeft haar sporen verdiend in de epidemiologie.

Hun in 2009 verschenen boek bevat een schat aan statistische informatie en vele meta-analyses, over meerdere landen en over een periode van verschillende jaren. De basiscijfers zijn afkomstig uit 20 landen, waaronder de Verenigde Staten.

De conclusie die de auteurs op basis van hun onderzoek trekken, is verrassend eenvoudig maar tegelijkertijd schokkend: er bestaat een nauwe correlatie of sterk verband tussen inkomensongelijkheid en een groot aantal sociaal maatschappelijke factoren zoals misdaad, gezondheid, onderwijs en zelfmoord. “Hoe kleiner de inkomensongelijkheid hoe beter al deze cijfers uitvallen”.

Gek genoeg vind je een dergelijk verband niet wanneer je naar indicatoren zoekt voor de rijkdom van een land (bruto nationaal product, BNP: hoofd van de bevolking of gemiddeld inkomen in een land). Het aanpakken van de bedoelde maatschappelijke problemen, is dus geen kwestie van welvaart of genoeg geld hebben. Diehards, of statistici, zullen zich meteen afvragen of deze correlaties ook werkelijk significant zijn. Het antwoord luidt bevestigend en de cijfers staan in het boek. De volgende vraag is of er dan ook een werkelijk causaal verband bestaat. Dat is veel moeilijker te bewijzen, al doen de auteurs een poging. Er kan pas sprake zijn van een causaal verband als er ook een opeenvolging in de tijd is. Na het instorten van het communisme in Rusland steeg de inkomensongelijkheid daar sterk en was er ook een daling van de gemiddelde levensverwachting. Om objectief aan te tonen dat er hier sprake is van een causaal verband, dienen alle andere mogelijke factoren die van invloed zouden kunnen zijn te worden uitgeschakeld. Dat is complex en zou nog jaren van onderzoek vergen.

Dit boek vormt zo een krachtig pleidooi voor wat Jan Tinbergen al decennia geleden bepleitte, namelijk een vaste verhouding tussen de hoogste en laagste inkomens in een bedrijf (factor 5) en in een land (factor 7). Zijn de verschillen groter, dan leidt dat, zowel in een bedrijf als in een land, tot ongewenste (maatschappelijke) effecten.

Dit wordt ook wel de Tinbergennorm genoemd. Tinbergen wordt als de grondlegger van de econometrie gezien en is de enige Nederlander die ooit de Nobelprijs voor de economie kreeg. Tinbergen was ook een prominent lid van de Sociaal Democratische Arbeiderspartij (SDAP). Gek genoeg ontbreekt in The Spirit Level iedere verwijzing naar Tinbergen, terwijl de bronnenlijst ruim 450 publicaties en nog meer auteurs noemt, waaronder ook enkele Nederlanders.

De auteurs stellen ook dat inkomensongelijkheid wel eens een uitdrukking zou kunnen zijn van de mate van hiërarchie in een samenleving. In termen van het onderzoek naar culturele verschillen van prof. G. Hofstede heb je het dan over machtsafstand.

De interessante vraag die opdoemt is of ongelijkheid in welvaart, onderwijs en/of macht ook oorzakelijk verbonden is met bijvoorbeeld de volksgezondheid of criminaliteit. Dat is iets voor later onderzoek, stellen de auteurs.

Daar hoeven politici echter niet op te wachten. Wil men de sociaal-maatschappelijke problemen van armoede, overgewicht, zelfmoord, criminaliteit, babysterfte, lage levensverwachting, werkeloosheid, percentage tienermoeders en zelfs schooluitval en lage schoolprestaties aanpakken, dan hoeft men hiervoor slechts één instrument te gebruiken: het beperken van de inkomensongelijkheid!

Bedenk eens wat voor hoge maatschappelijke kosten (en inzet van mensen) hiermee nu gemoeid zijn om al deze afzonderlijke problemen (deskundig) aan te pakken, zonder dat er structurele vooruitgang wordt geboekt. Het is als het dweilen met de kraan open maar dit boek laat zien dat het anders kan.

Het verkleinen van de inkomensongelijkheid kan op velerlei verschillende manieren, bijvoorbeeld via progressieve belastingheffingen of inkomensafhankelijke regelingen voor zorg en onderwijs.

De meest effectieve manier is echter om, behalve een basisinkomen of minimuminkomen, ook een maximuminkomen in te voeren. Natuurlijk geldt dat niet alleen voor de overheidssector, zoals nu bijvoorbeeld de Balkenendenorm, maar ook voor het bedrijfsleven en zelfs voor de vrije beroepen. Dit heb ik ook al bepleit in mijn Trias Politica Ethica (2006).

Verrassend genoeg kent The Spirit Level ook een hoofdstukje over de idealen van de Franse Revolutie: vrijheid, gelijkheid en broederschap. De auteurs zien deze idealen als de pijlers van een betere samenleving, al is hun uitleg wat kort door de bocht. Vrijheid omdat men onder het juk van de aristocratie en kerk uit wilde. Broederschap of solidariteit vatten zij op als sociale cohesie en wederzijdsheid in sociale relaties. En gelijkheid (financieel) beschouwen zij als een voorwaarde voor de andere twee idealen. Kennelijk hebben zij nog nooit gehoord van de sociale driegeleding zoals Rudolf Steiner die in 1919 al beschreef.

De titel van het boek kan verbazing wekken, want hoewel het om sociaal-maatschappelijke en economische thema’s gaat, hebben de auteurs de voorkeur gegeven aan een ’niet materiële’ titel, namelijk The Spirit Level. Spirit heeft echter vele betekenissen zoals geest, (levens-)kracht, levenslust, energie, moed en vuur. De auteurs bedoelen waarschijnlijk het geestelijk welzijn of niveau. Geestelijk als tegenhanger van materieel, zoals geluk of welzijn tegenover welvaart en niet te verwarren met spiritualiteit of geesteswetenschap.
De auteurs maken ook dankbaar gebruik van wetenschappelijk onderzoek van de Nederlandse bioloog Frans de Waal die het gedrag van Bonobo-apen bestudeerde en daarbij ontdekte dat er onder deze apen in belangrijke mate sprake was van sociale relaties, empathie en altruïsme. Dat is heel wat anders dan in Darwins evolutietheorie, met de nadruk op het idee van ‘the survival of the fittest’ en dat van de ‘struggle for life’ gesuggereerd wordt.

Met al het materiaal dat dit boek biedt, is het verkleinen van de inkomensongelijkheid niet op te vatten als een voorstel van een linkse politieke partij maar een onderbouwd en wetenschappelijk aangetoond maatschappelijk doel. Politici van alle partijkleuren zouden zich er sterk voor moeten maken – als ze het werkelijk goed voor hebben met de samenleving.

Hier ligt een effectief medicijn voor maatschappelijk welzijn!

Een bijkomend voordeel is dat samenlevingen met een kleinere inkomensongelijkheid ook meer doen aan duurzaamheid! Dus het milieu en de planeet profiteren mee.
Zie ook de publicaties van Jan Tinbergen vanaf 1970 over dit onderwerp:

  • 1970. “A Positive and a Normative Theory of Income Distribution”, Review of Income and Wealth, Blackwell Publishing, vol. 16(3), pages 221-34, September.
  • 1975: Income distribution
  • 1977. “How to reduce the incomes of the two labour elites?”, European Economic Review, Elsevier, vol. 10(2), pages 115-124.
  • 1980. “Two Approaches to Quantify the Concept of Equitable Income Distribution”, Kyklos, Blackwell Publishing, vol. 33(1), pages 3–15.
  • 1981. “Income inequality. Trends and international comparisons”, Lexington, Mass.: D. C. Heath and Company, 1979; xiii + 191 pp.”, Journal of Comparative Economics, Elsevier, vol. 5(3), pages 322-325, September.
  • 1983. Jan Tinbergen & Eckard Wegner, “Zu einem makroökonomischen Modell der Einkommensbildung”, Swiss Journal of Economics and Statistics (SJES), Swiss Society of Economics and Statistics (SSES), vol. 119(I), pages 69–78, March.
  • 1984: Paul Batenburg & Jan Tinbergen, “Income distribution: A correction and a generalization”, Review of World Economics (Weltwirtschaftliches Archiv), Springer, vol. 120(2), pages 361-365, June.

The Spirit Level: why equality is better for everyone
Richard Wilkinson en Kate Pickett
Penguin Books